(Frixie)
Ze staat langs de kant en beweegt zich haast niet
Ze kijkt naar de mensen. Niemand die haar ziet
Ze lijkt niet onaardig, maar wie kent haar nou
Ze is voor haast allen een zeer vreemde vrouw
Ze komt ieder weekend en staat altijd daar
Ze kennen haar naam slechts, want wie praat met haar
Ze danst niet, ze lacht niet, ze staat altijd stil
Ze is net een robot, een mens zonder wil
Ze bijt op haar lippen en worstelt met iets
Ze vroegen er ooit naar, maar toen zei ze niets
Ze glimlachte even en zei zachtjes: ‘Nee,
al zou ik het zeggen, wat moet je er mee?’
Ze vragen haar niets meer. De ‘rust’ is hersteld
Ze noemen haar sindsdien ‘de Byronic held’
Ze blijft een mysterie. Ze staat langs de kant
en is voor de anderen een dissonant.
31/10/83
© Bert van Elk
Toelichting:
Een tekst geschreven voor Frixie, op muziek van Gary. In dit geval gaat het over de muurbloepmpjes die destijds ook bij societeit K’77 voorkwamen: meisjes die altijd langs de kant stonden en zelden of nooit dansten en slechts af en toe met andere bezoekers spraken. Het iudee dat er iemand tussen zou zitten die een ‘verleden’ zou hebben – wat dat ook moge inhouden – leek mij wel spannend.