De spil waarom alles draait

Een koude wind blaast door de bomen

En de vrouw kijkt naar het graf

Vrienden en bekenden komen

Wenden ‘t hoofd bescheiden af

 

Een zwarte hond huilt als een teken

Wat verlaat, slechts kort en hard

Dan wordt het stil. Het lijkt wel weken

De doodkist zakt. Haar blik verstart.

 

Ze gooit wat zand de diepe kuil in

Zegt dan rillend van de kou:

‘Ik zeg u dit met tegenzin

God nam hem af. God is een vrouw.’

 

Er valt een gat na dertig jaren

Haar leven draaide steeds om hem

Zo is haar wanhoop te verklaren

Want door zijn dood zit zij nu klem.

 

7/1/84

© Bert van Elk

Toelichting:

Toen mijn vader overleed, viel mijn moeder in een gat. Althans, zo stelde ik het me destijds voor. Het gedicht is een poging weer te geven hoe ik dacht dat ze zich voelde. Misschien zit ik er wel volledig naast.